Een nieuwe dreiging kruipt langzaam door: de dennenprocessierups. Terwijl we de afgelopen jaren al vertrouwd zijn geraakt met de overlast van de eikenprocessierups, blijkt zijn naaste verwant nu op de loer te liggen.
De vlinder die bij deze rups hoort is recent gesignaleerd in België, op slechts enkele tientallen kilometers van onze grens. Experts vermoeden dat de eerste exemplaren zelfs al in het land aanwezig zijn.
Door de grote afstand die deze vlinders kunnen afleggen – soms wel 100 kilometer – lijkt het slechts een kwestie van tijd voor ook de bossen worden getroffen.
Waarnemingen in de Belgische provincies Luxemburg, Namen en Luik bevestigen dat het leefgebied van de dennenprocessierups zich gestaag uitbreidt.
In Luik werd de vlinder al bijzonder dichtbij gespot. De verwachting is dat je binnenkort eveneens met deze indringer te maken krijgt.
Om voorbereid te zijn, is in meerdere regio’s al begonnen met het plaatsen van feromoonvallen. Deze vallen lokken de mannelijke vlinders, waardoor specialisten beter zicht krijgen op de verspreiding.
Wat deze rups bijzonder hinderlijk maakt, zijn de talloze brandharen die het diertje bezit. Waar de eikenprocessierups er al veel heeft, doet zijn dennenbroertje daar nog een schepje bovenop met maar liefst een miljoen haartjes.
Deze haren komen los bij verstoring en verspreiden zich gemakkelijk door de lucht of via contact met de grond. Omdat de dennenprocessierups zich meer verplaatst dan de eikenprocessierups, neemt het risico op ongewenste aanraking met mens of dier flink toe.
Vooral in het vroege voorjaar vormt de rups een bedreiging. In de maanden februari, maart en april worden de meeste activiteiten waargenomen, afhankelijk van de temperatuur.
De klachten die de brandharen veroorzaken zijn niet mals. Denk aan ernstige jeuk, rode huiduitslag, ontstoken ogen en benauwdheid.
En voor dieren zoals honden of grazers kan het zelfs levensgevaarlijk zijn. Een simpele snuffel aan een besmette plek kan al fatale gevolgen hebben, zo waarschuwen deskundigen.
Toch is er ook een sprankje hoop als het gaat om het tegengaan van deze nieuwe plaag. In tegenstelling tot de eikenprocessierups is de dennenvariant beter zichtbaar en eenvoudiger te verwijderen.
Tijdens de wintermaanden zitten ze vaak als witte spinsels op de uiteinden van dennen- of larikstakken. Deze nesten kunnen dan handmatig afgeknipt worden voordat de rupsen actief worden. Dat scheelt veel overlast in het voorjaar en verkleint de kans op gezondheidsproblemen.
Er is echter wel waakzaamheid nodig. Omdat de rups zich ook via de grond verspreidt, zijn niet alleen bossen risicogebieden, maar ook tuinen en wandelpaden kunnen worden getroffen.
Mensen wordt geadviseerd om huisdieren extra in de gaten te houden en verdachte plekken of nestvorming te melden bij de lokale autoriteiten of gespecialiseerde plaagdierbestrijders. Alleen met tijdige signalering kan grootschalige overlast worden voorkomen.
Het is duidelijk dat de dennenprocessierups geen onschuldige nieuwkomer is, maar een serieuze bedreiging voor zowel volksgezondheid als dierenwelzijn.
Door alert te blijven en in actie te komen voordat het probleem escaleert, kan de schade mogelijk binnen de perken blijven. Bewustwording speelt hierin een sleutelrol, zeker nu de rups zich steeds dichter naar onze leefomgeving beweegt.
Wat vind jij: onderschatten we dit soort bedreigingen te snel? Deel je mening of ervaring op onze Facebookpagina en praat mee over deze nieuwe rups die zich klaarmaakt om jouw land binnen te dringen.