Het klinkt misschien tegenstrijdig, maar hoe gelukkiger een stel, hoe minder vaak ze het bed delen. Waar seks in het begin van een relatie bijna vanzelfsprekend is, verandert dat met de jaren. En dat is niet per se een teken dat er iets mis is. Sterker nog: veel gelukkige koppels ervaren een afname in seksuele activiteit juist als een logisch gevolg van hun groeiende band.
Maar hoe komt dat eigenlijk? Waarom hebben stellen die tevreden zijn met hun relatie steeds minder seks? Volgens relatie-experts en onderzoekers zijn er meerdere verklaringen voor deze opmerkelijke dynamiek.
De magische pot met bonen
Er is een bekende metafoor onder therapeuten: stel je voor dat een koppel bij elk seksueel moment een koffieboon in een pot stopt in het eerste jaar van hun relatie. Daarna, voor elk nieuw seksmoment, halen ze er één uit.
Wat blijkt? De pot raakt zelden helemaal leeg. Dat eerste jaar is vaak intens en vol passie, maar na verloop van tijd neemt de frequentie van seks langzaam af. Zelfs bij stellen die aangeven zeer gelukkig samen te zijn.
Reden 1: De invloed van het verleden
De geschiedenis van beide partners speelt een grotere rol dan je denkt. Onderzoek wijst uit dat hoe meer vorige relaties iemand heeft gehad, hoe moeilijker het wordt om in een lange, stabiele relatie seksuele energie vast te houden.
Mensen die meerdere partners hebben gehad, zijn vaak gewend geraakt aan de spanning van een nieuwe liefde. Ze hebben geleerd dat als iets niet goed voelt, het makkelijker is om weg te lopen dan om eraan te werken.
Dit gedrag vertaalt zich naar hun seksleven. In plaats van te investeren in het verdiepen van seksuele intimiteit, raken ze sneller verveeld of gedemotiveerd.
Velen hebben nooit echt geleerd hoe je in een langdurige relatie het vuur brandend houdt. Daarbij komt dat eerdere teleurstellingen ook een mentale impact kunnen hebben op hoe je nieuwe intimiteit beleeft.
Het is dus niet zozeer onwil, maar eerder een onbewust patroon dat zich herhaalt.
Reden 2: Zwangerschap, kinderen en de veranderende rolverdeling
Zodra kinderen hun intrede doen in een relatie, verandert alles – inclusief het seksleven. Tijdens de zwangerschap en vooral na de bevalling daalt het libido bij veel vrouwen, onder andere door hormonale schommelingen, fysieke ongemakken en vermoeidheid.
Maar ook mannen ervaren een verandering. Niet zelden komen ook zij wat kilo’s aan in deze periode en voelen ze zich minder energiek en seksueel actief.
Daarnaast speelt slaapgebrek een grote rol. Jonge ouders krijgen structureel te weinig rust, en dat maakt het moeilijk om ’s avonds nog de energie te vinden voor intimiteit.
Soms gaan stellen zelfs tijdelijk in aparte kamers slapen, puur om überhaupt wat nachtrust te pakken.
En als de kinderen wat groter zijn, zijn ze nog steeds vaak in de buurt. Overdag vraagt het ouderschap veel energie, en ’s avonds is er weinig tijd voor elkaar.
Bovendien verlangen veel ouders naar een moment van rust zónder dat iemand hen aanraakt. Want als je de hele dag al kinderen op schoot hebt gehad, is het begrijpelijk dat je even geen behoefte hebt aan fysieke nabijheid.
Reden 3: Stress als libido-killer
Een andere belangrijke factor die invloed heeft op het seksleven binnen relaties, is stress. En laten we eerlijk zijn: het moderne leven is behoorlijk stressvol.
De combinatie van werk, huishouden, opvoeding, sociale verplichtingen en persoonlijke verwachtingen legt een zware druk op veel mensen. Vooral vrouwen ervaren vaak dat ze aan veel verschillende verwachtingen moeten voldoen, en dat kost energie.
Wanneer je je constant opgejaagd voelt, zakt de zin in seks vanzelf. Niet alleen omdat je te moe bent, maar ook omdat het hele idee van seks voelt als een extra verplichting.
Uit onderzoek blijkt dat veel vrouwen seks zien als een activiteit die planning en voorbereiding vereist: scheren, douchen, je goed voelen over je lichaam en ook nog eens zorgen dat het ‘goed’ gaat.
Als die mentale drempel te hoog wordt, kiezen velen ervoor om het simpelweg niet te doen.
Daarbij komt dat stress het hormoon cortisol verhoogt, wat een negatief effect heeft op het libido. Het is dus geen kwestie van geen liefde of aantrekkingskracht, maar eerder van een lichaam dat op overlevingsstand staat en simpelweg geen ruimte heeft voor seksuele prikkels.
Is dit het begin van het einde?
Absoluut niet. Minder seks betekent niet dat de liefde minder is. Integendeel: veel stellen geven aan dat hun band sterker is dan ooit, ondanks een afname in fysieke intimiteit.
Ze vinden troost in elkaars aanwezigheid, genieten van gesprekken, humor en wederzijds respect. Seks is belangrijk, maar het is niet altijd de kern van een relatie. Wat wél belangrijk is, is open communicatie over verlangens, grenzen en behoeftes.
Het is ook goed om te beseffen dat seksualiteit in fases komt. Wat nu even op een laag pitje staat, kan later weer opvlammen. Soms helpt het om met een therapeut of seksuoloog te praten als je merkt dat het seksleven spanningen veroorzaakt.
Maar in veel gevallen is het simpelweg een natuurlijke verandering in een langdurige relatie.
Conclusie: Seks zegt niet alles
We leven in een maatschappij die veel waarde hecht aan seks – soms zelfs als dé graadmeter van een goede relatie.
Maar dat is niet altijd terecht. Seksuele activiteit is slechts één aspect van intimiteit, en langdurige relaties zijn gebouwd op veel meer dan dat. Vertrouwen, humor, steun, respect en veiligheid zijn minstens zo belangrijk.
Het is dus helemaal niet vreemd dat gelukkige stellen minder vaak seks hebben. Ze hebben andere manieren gevonden om hun liefde te uiten – en dat is minstens zo waardevol.