Toen Michelle zwanger was van haar eerste kindje, wist ze het zeker: ze zou borstvoeding geven. Geen twijfel, geen plan B. “Voor mij was het geen keuze,” zegt ze. “Het is iets wat je doet. Net als dat je je kind elke dag voedt, troost, en beschermt. Borstvoeding hoort daar gewoon bij.”
Michelle is 29, woont in Eindhoven en is moeder van twee kinderen: een dochter van drie en een zoontje van negen maanden. Ze werkt parttime als administratief medewerker en besteedt de rest van haar tijd aan haar gezin. In haar omgeving staat ze bekend als iemand die zegt waar het op staat, en dat geldt ook voor haar mening over borstvoeding.
“Het is zoiets natuurlijks,” vertelt ze terwijl ze haar zoontje wiegt. “Ons lichaam is ervoor gemaakt. En ja, het is soms zwaar, en ja, het doet pijn in het begin, maar kom op… dat is moederschap toch ook?”
Haar directe toon zorgt soms voor frictie, vooral online. Toen Michelle in een Facebookgroep voor jonge moeders haar mening deelde, ontstond er een storm aan reacties.
Ze had toen gezegd: “Ik snap echt niet waarom je vrijwillig voor flesvoeding zou kiezen als er niks mis is met je melkproductie. Het is alsof je bewust kiest voor tweede keus.”
De reacties logen er niet om. Sommige moeders voelden zich aangevallen, anderen prezen haar eerlijkheid. Michelle zelf bleef onvermurwbaar. “Ik bedoel het niet kwaad. Maar ik zie gewoon zoveel moeders die het na drie dagen opgeven. Dan denk ik: heb je het wel echt geprobeerd?”
Voor haar eerste dochter pompte Michelle drie maanden lang omdat haar dochter moeite had met aanhappen. “Ik zat nachtenlang aan dat apparaat vast, maar ik wilde niet opgeven. Niet omdat ik wilde bewijzen dat ik een supermoeder was, maar omdat ik geloofde dat dit het beste was voor mijn kind.”
Volgens Michelle is het probleem dat borstvoeding te vrijblijvend wordt gepresenteerd. “Je hoort overal dat je het vooral moet doen als het goed voelt, en als het niet lukt, is het ook oké. Maar dat zorgt ervoor dat mensen het minder serieus nemen. Terwijl we het over de gezondheid van je kind hebben.”
Ze vertelt over haar kraamweek, waarin ze ondanks pijnlijke tepels, stuwing en slaapgebrek bleef voeden. “Ik huilde van de pijn, echt waar. Maar ik dacht alleen maar: dit is tijdelijk. Mijn baby heeft dit nodig. En ik was er elke drie uur, dag en nacht.”
Wat haar vooral stoort, is de term ‘keuze’. Volgens haar is het bij borstvoeding geven eigenlijk geen keuze, tenzij er medische redenen zijn. “Je kind voeden hoort erbij. Net zoals je niet mag kiezen of je wel of niet je baby verschoont. Niemand zou dat normaal vinden. Waarom dan wel bij borstvoeding?”
Ze vertelt over een vriendin die al tijdens haar zwangerschap aangaf niet aan borstvoeding te willen beginnen. “Ze zei: ‘Ik heb daar gewoon geen zin in.’ Dat vond ik zo moeilijk te begrijpen. Je plant toch ook geen kind als je geen zin hebt in verantwoordelijkheid?”
Toch krijgt Michelle ook veel steun, vooral van andere moeders die wel borstvoeding geven en haar doorzettingsvermogen herkennen. “Ik krijg soms berichten van vrouwen die zeggen: ‘Jij hebt me gemotiveerd om door te zetten toen ik wilde stoppen.’ Dat vind ik het mooiste.”
Inmiddels voedt ze haar jongste zoon alweer negen maanden. “Ik wil doorgaan tot minstens een jaar. Langer mag ook. Hij groeit goed, is zelden ziek en we hebben een sterke band.”
Op de vraag of ze begrip heeft voor moeders die wél voor flesvoeding kiezen, blijft ze even stil. “Kijk, ik wil niemand afbranden. Maar ik wil wel dat mensen eerlijk zijn tegen zichzelf. Heb je echt alles geprobeerd? Heb je echt gekozen voor je baby, of voor gemak?”
Volgens Michelle wordt de stem van voorstanders van borstvoeding vaak overstemd door die van moeders die zich aangevallen voelen. “Ik snap dat het gevoelig ligt. Maar we mogen het er toch over hebben? Het gaat niet om jou, het gaat om wat het beste is voor je kind.”
Dat borstvoeding ook voordelen heeft voor de moeder, benadrukt ze graag. “Het helpt je lichaam herstellen, verkleint het risico op bepaalde ziektes, en je leert je baby zo goed kennen. Je bent zó verbonden. Dat gevoel wil ik elke moeder gunnen.”
Ze geeft toe dat ze soms zelf ook onzeker was. “Ik had bloeddoorlopen ogen van de vermoeidheid. Mijn tepels waren kapot. Maar ik keek naar mijn dochter en dacht: dit is waarvoor ik het doe.”
Haar partner stond vanaf dag één achter haar. “Hij zei: ‘Wat jij nodig hebt, regel ik.’ Hij maakte eten, zette kussens klaar, zorgde voor rust. Dat maakt echt het verschil.”
Als ze andere moeders één ding mocht meegeven, dan is het dit: “Vertrouw op je lichaam en zet door. Je kunt zoveel meer dan je denkt. Geef niet op omdat het moeilijk is. Geef alleen op als het écht niet anders kan.”
Michelle weet dat haar mening polariseert. Toch blijft ze erbij. “We leven in een tijd waarin alles maar moet kunnen, en waarin iedereen vooral aardig moet blijven. Maar soms moet je gewoon zeggen wat je denkt. Zeker als het gaat om je kind.”
Voor haar is het simpel: borstvoeding is geen lifestyle-keuze. Het is onderdeel van het moederschap. Punt.