Op het eerste gezicht lijkt het een simpele basisschool-som. Toch raken duizenden mensen het spoor bijster zodra ze deze som tegenkomen op sociale media.
Het gaat om:
8 + 2 × (5 – 3) = ?
Veel mensen hebben direct een antwoord in hun hoofd. Maar is dat ook echt het juiste? Het klinkt misschien als een kwestie van simpel optellen en vermenigvuldigen, maar vergis je niet: juist in dit soort sommen zit vaak een addertje onder het gras.
Waarom dit soort sommen viraal gaan
Social media staat vol met rekensommetjes die meer reacties losmaken dan je zou denken. Mensen reageren massaal, zeker als het antwoord in eerste instantie simpel lijkt. Je ziet getallen, je telt wat op, je vermenigvuldigt een beetje, en voilà: klaar.
Toch blijkt in de praktijk dat velen de fout in gaan. Niet omdat ze niet kunnen rekenen, maar omdat ze de rekenregels niet helemaal goed toepassen.
En dat is precies wat deze som interessant maakt. Hij test niet je snelheid, maar je nauwkeurigheid. De vraag is dus niet alleen: weet je het antwoord? Maar ook: weet je nog hoe het écht moet volgens de officiële rekenvolgorde?
Wat maakt deze som zo verwarrend?
Laten we de som nog eens bekijken:
8 + 2 × (5 – 3)
Je ziet drie bewerkingen:
-
een optelling (8 + …)
-
een vermenigvuldiging (2 × …)
-
een haakje met een aftrekking erin (5 – 3)
Het probleem ontstaat als mensen simpelweg van links naar rechts beginnen te rekenen, alsof je in een boek leest. Maar dat is nou net niet hoe het werkt in de wiskunde. Er bestaat een vaste volgorde van bewerkingen, die wereldwijd wordt gehanteerd. En zodra je die niet goed toepast, krijg je een verkeerd antwoord.
De juiste volgorde van bewerkingen
In de wiskunde is er een standaardregel voor hoe je sommen moet oplossen waarin meerdere rekenkundige bewerkingen voorkomen. Deze volgorde noemen we ook wel de rekenvolgorde of in het Engels: PEMDAS of BODMAS.
De Nederlandse volgorde is:
-
Haakjes
-
Vermenigvuldigen en delen (van links naar rechts)
-
Optellen en aftrekken (van links naar rechts)
Dit betekent dus dat je altijd eerst de berekening binnen de haakjes doet. Vervolgens kijk je of er een vermenigvuldiging of deling is, en pas daarna ga je optellen of aftrekken.
Waar gaat het vaak mis?
Bij deze som wordt vaak gedacht:
-
8 + 2 = 10
-
5 – 3 = 2
-
10 × 2 = 20
Maar dat is niet correct. De optelling komt in dit geval namelijk pas als laatste aan de beurt. Het haakje gaat voor, daarna de vermenigvuldiging en dán pas de optelling. Als je dat niet doet, krijg je een ander (en fout) antwoord.
Wat veel mensen verwart, is dat de vermenigvuldiging en optelling vlak naast elkaar staan. Daardoor ontstaat al snel de neiging om eerst op te tellen. Maar volgens de rekenregels mag dat dus niet.
Waarom het belangrijk is om dit goed te doen
Dit soort sommetjes lijken misschien triviaal, maar ze zijn erg leerzaam. Ze laten namelijk zien hoe snel ons brein denkt te weten hoe iets zit, terwijl er toch een fout in sluipt. Juist bij eenvoudige rekenraadsels zoals deze komt dat naar boven.
Bovendien is het niet alleen nuttig voor puzzelaars of scholieren. Ook in het dagelijks leven komt deze rekenvolgorde regelmatig voor. Denk aan belastingberekeningen, kortingen, rentetellingen of receptberekeningen. Fouten in de volgorde kunnen daar geld, tijd of resultaat kosten.
Wat zegt deze puzzel over jouw rekeninzicht?
Wie deze som in één keer goed heeft, past automatisch de juiste rekenvolgorde toe. Dat betekent: eerst denken, dan doen. Niet van links naar rechts rossen, maar stap voor stap werken. Het is een eigenschap die niet alleen bij wiskunde handig is, maar ook in het dagelijks leven.
Als je de som fout had, dan is dat geen ramp. Je bent in goed gezelschap. Op sociale media geeft zeker 60 tot 70% van de mensen het verkeerde antwoord, simpelweg omdat ze de volgorde vergeten of verkeerd toepassen.
Test je vrienden of collega’s eens met deze puzzel
Print de som uit of schrijf hem op een papiertje:
8 + 2 × (5 – 3) = ?
Laat anderen hem oplossen en kijk wat ze zeggen. Grote kans dat er meerdere antwoorden voorbijkomen. Het mooie van dit soort puzzels is dat ze niet alleen je hersens aan het werk zetten, maar ook gespreksstof opleveren. Wie heeft gelijk? En waarom?
Even alles op een rij
De som is:
8 + 2 × (5 – 3)
Stap 1: eerst de haakjes → (5 – 3) = 2
Stap 2: dan de vermenigvuldiging → 2 × 2 = 4
Stap 3: dan de optelling → 8 + 4 = 12
Het juiste antwoord is dus: 12
Had jij het goed? Gefeliciteerd. Zo niet, dan weet je nu in elk geval weer hoe het zit. En dat is precies het leuke van dit soort rekenspelletjes: je leert er altijd iets van, zelfs als je fout zit. Dus de volgende keer dat je een rekensom op Facebook of TikTok tegenkomt, weet je: eerst even nadenken – dan pas reageren.