De geur van verse koffie vermengt zich met de geluiden van een bruisend buurtcafé. Aan een hoektafel zit Jan, 68 jaar, zijn blik gericht op een groep jongeren die met smartphones in de hand voorbijslentert.
Hun vrolijke gelach contrasteert met de bedenkelijke frons op zijn gezicht. “Ze willen alles, maar doen er niets voor,” mompelt hij, een gedachte die hem vaker bezighoudt. Het lijkt alsof hij naar een andere wereld kijkt, eentje die hij niet volledig begrijpt.
Jan groeide op in de jaren ’50, een tijd waarin zuinigheid en hard werken vanzelfsprekend waren. Zijn vader stond zes dagen per week in de fabriek en zijn moeder hield het gezin draaiende zonder ooit te klagen.
Luxe was er nauwelijks, maar wat ze hadden werd gekoesterd. Elke uitgave werd zorgvuldig afgewogen, elk beetje bezit was het resultaat van spaarzaamheid en inzet. “We hadden niet veel, maar we waren er trots op,” herinnert Jan zich met een vleugje nostalgie.
Op zijn vijftiende verliet Jan de school om aan de slag te gaan als leerling-monteur. Lange dagen, vieze handen, en leren door te doen.
Moeilijk was het zeker, maar hij zag het als de enige weg vooruit. De gedachte dat succes uit de lucht kon komen vallen, was ondenkbaar. Doorzetten en werken waren de sleutels tot vooruitgang, dat stond voor hem als een paal boven water. Tegenwoordig lijkt dat beeld compleet te zijn verschoven.
Wat Jan ziet bij de jongere generatie, verwart hem. Jongeren met hoge ambities, die een goedbetaalde baan willen, liefst met flexibele uren en direct een indrukwekkende functie.
Maar als er gevraagd wordt om nét dat beetje extra te doen, lijkt de motivatie snel te verdwijnen. “Ze willen impact maken,” zegt zijn vriend Kees cynisch. “Maar als vakken vullen al saai is, wat blijft er dan nog over?” Ook Kees, eveneens 68, ziet het contrast met zijn eigen jeugd als opvallend.
De snelheid van de moderne maatschappij lijkt geduld overbodig te maken. Alles moet nú. Waar Jan vroeger maanden spaarde voor een radio of fiets, wordt vandaag de dag met één klik alles aan huis geleverd.
Die instant bevrediging maakt het volgens hem lastig om nog écht de waarde van iets te begrijpen. “Ze zien het als vanzelfsprekend. En misschien is dat onze fout ook wel,” erkent hij na een korte stilte.
Sociale media spelen daarbij volgens Jan een niet te onderschatten rol. Platforms als Instagram en LinkedIn tonen vooral successen, mooie carrières, reizen en luxe.
De weg ernaartoe, met alle moeite en mislukkingen, blijft vaak verborgen. “Ze krijgen een vertekend beeld van wat normaal is,” zegt Jan. “Geen wonder dat ze ontmoedigd raken als het tegenzit.” De wereld lijkt maakbaar, zolang je het maar ‘leuk’ vindt. En als het dat niet is, dan is stoppen blijkbaar een optie.
Een recent gesprek met zijn nichtje Lisa maakte dat pijnlijk duidelijk. Ze had net haar diploma op zak en klaagde dat ze geen baan kon vinden die én voldoening gaf én goed betaalde.
Toen Jan haar vroeg of ze onderaan wilde beginnen, keek ze hem verbaasd aan. “Maar ik heb toch gestudeerd?” antwoordde ze. In haar ogen was een bescheiden start blijkbaar niet meer van deze tijd. Voor Jan een teken dat realiteitszin langzaam verdwijnt.
Toch is Jan niet alleen maar kritisch. Hij probeert zich ook te verplaatsen in de wereld van nu. De druk op jongeren is hoog: presteren, zichtbaar zijn, voldoen aan verwachtingen.
Misschien hebben zijn generatie en die daarvoor het pad te veel geëffend, te veel willen beschermen. “We wilden dat ze het beter zouden hebben, maar misschien hebben we ze daardoor ook iets ontnomen: de waarde van moeite en volharding,” zegt hij nadenkend.
En hoewel hij begrip toont, blijft de zorg aanwezig. Want zonder de bereidheid om te ploeteren, om met tegenslagen om te gaan, wordt het lastig stand te houden in een wereld die zeker niet alleen maar makkelijk is. “Het leven is niet altijd rechtvaardig. Je moet leren om door te zetten, ook als het tegenzit,” benadrukt hij. Alleen dan, denkt hij, kun je echt iets opbouwen waar je trots op kunt zijn.
Als zijn koffie op is, kijkt Jan nog één keer naar buiten. De jongeren zijn verdwenen, opgeslokt door de stad. Hij staat op, trekt zijn jas aan en loopt richting huis.
Onderweg denkt hij: misschien moet elke generatie gewoon zelf ontdekken wat waarde betekent. Leren door vallen en opstaan – precies zoals het altijd is geweest. Want ook al veranderen de tijden, sommige lessen blijven universeel.
Wat denk jij? Is Jan een ouderwetse mopperaar of heeft hij een punt? Laat je mening achter op onze Facebookpagina en praat mee over generaties, werkethiek en de waarde van doorzetten.