De kosten van het dagelijks leven rijzen de pan uit en steeds meer mensen merken dat ze nauwelijks nog rond kunnen komen. Waar boodschappen, energie en verzekeringen jaar op jaar duurder worden, stijgen de inkomens veel minder snel.
Het gevolg? Zelfs mensen die een vaste baan hebben, komen in de problemen. Een situatie die jarenlang vooral werd gekoppeld aan mensen zonder werk, blijkt nu net zo goed werkelijkheid te zijn voor hardwerkende Europeanen!
Het verhaal van Kim
Een van die mensen is Kim, een 34-jarige verpleegkundige en alleenstaande moeder van twee kinderen. Op papier lijkt ze het netjes voor elkaar te hebben: een baan in de zorg, een huurwoning en een stabiel inkomen. Maar in de praktijk houdt ze na het betalen van haar vaste lasten amper iets over.
Kim verdient rond de 1.800 euro netto per maand. Dat klinkt als een redelijk bedrag, maar van die inkomsten gaat er meteen 1.100 euro naar de huur.
Wat overblijft, wordt opgeslokt door gas, water, elektriciteit, verzekeringen en andere vaste lasten. Zodra die rekeningen betaald zijn, blijft er nauwelijks geld over om boodschappen te doen, laat staan om iets leuks te ondernemen met haar kinderen.
Maandelijkse tekorten
Volgens Kim blijft er aan het einde van de maand slechts 120 tot 125 euro over voor alle overige uitgaven.
Dat bedrag moet niet alleen de koelkast vullen, maar ook haar tank, want ze moet met de auto naar haar werk. Het komt er op neer dat ze elke maand eigenlijk al met een tekort van ongeveer 240 euro begint.
Het gevolg is dat ze steeds vaker moet kiezen: vul ik mijn auto met benzine om te kunnen werken, of koop ik een paar extra boodschappen voor mijn kinderen? En dat terwijl ze dus gewoon 28 uur per week werkt in een beroep waar altijd behoefte aan is.
Werken loont niet altijd
Veel mensen denken dat meer werken de oplossing is. Maar in de praktijk blijkt dat ingewikkelder te liggen. Als Kim meer uren gaat draaien, komt ze weliswaar in aanmerking voor een hoger salaris, maar verliest ze tegelijkertijd toeslagen die ze nu ontvangt.
Zo krijgt ze momenteel rond de 300 euro per maand aan kindertoeslag en huurtoeslag. Zodra haar inkomen stijgt, vervalt dat bedrag grotendeels. Per saldo zou ze er dus financieel niet op vooruitgaan, maar juist op achteruit.
Dit is precies waar veel werkende ouders tegenaan lopen: het zogenaamde ‘armoedeval’. Het systeem van toeslagen zorgt er in sommige gevallen voor dat mensen die meer willen werken, daarvoor gestraft worden. Het gevolg is dat ze gevangen zitten in een situatie waarin vooruitkomen bijna onmogelijk is.
Terug naar Wilnis
De problemen van Kim zijn niet uit de lucht komen vallen. Toen haar relatie strandde, moest ze samen met haar kinderen opnieuw beginnen.
Ze verhuisde terug naar Wilnis, de plaats waar haar ouders wonen. Dat leek op dat moment de meest logische keuze, maar het vinden van een betaalbare woning bleek vrijwel onmogelijk.
In plaats van een betaalbaar huis in de sociale huursector, kwam ze terecht bij een particuliere verhuurder met een hoge huurprijs. Ze voelt zich gedwongen om daar te blijven wonen, omdat er simpelweg geen alternatieven zijn. En dat terwijl de huur meer dan de helft van haar inkomen opslokt.
Hulp van de Voedselbank
Ondanks het feit dat ze hard werkt, moet Kim tegenwoordig aankloppen bij de Voedselbank. Dat voelt voor haar dubbel: aan de ene kant is ze dankbaar dat er hulp bestaat, aan de andere kant vindt ze het onbegrijpelijk dat iemand met een baan in de zorg in veel landen niet genoeg overhoudt om haar kinderen eten te geven.
Haar situatie laat zien dat armoede niet alleen een probleem is van mensen zonder werk of mensen met schulden. Het treft steeds vaker ook de groep die alles ‘volgens de regels’ doet: werken, kinderen opvoeden, belasting betalen.
De psychologische druk
Behalve de financiële stress speelt er ook een grote mentale last. Kim vertelt dat ze zich vaak machteloos voelt. Ze werkt hard, maar ziet geen enkele verbetering. De rek is eruit, en dat maakt haar wanhopig. Elke onverwachte rekening – een kapotte wasmachine, een schooluitje, een medische kostenpost – betekent direct een nieuw probleem.
Voor haar kinderen probeert ze de zorgen verborgen te houden, maar dat is niet altijd makkelijk. Ze wil hen een onbezorgde jeugd geven, maar voelt zich continu beperkt door geldzorgen.
Een groeiend maatschappelijk probleem
Het verhaal van Kim staat niet op zichzelf. Steeds meer werkende ouders melden zich bij hulpinstanties of raken afhankelijk van toeslagen en voedselhulp. Met name de hoge huren en stijgende energiekosten drukken zwaar op gezinnen met een middeninkomen.
Daar komt bij dat de woningmarkt volledig vastzit. Goedkope huurwoningen zijn schaars, kopen is vrijwel onmogelijk door de hoge huizenprijzen en strengere hypotheekregels. Hierdoor belanden veel gezinnen noodgedwongen bij particuliere verhuurders met torenhoge prijzen.
Politieke discussie
De politiek is zich bewust van het probleem, maar een echte oplossing blijft vooralsnog uit. Er wordt gesproken over het hervormen van het toeslagensysteem, het bouwen van meer betaalbare woningen en het verhogen van lonen in cruciale sectoren zoals de zorg. Maar voor mensen als Kim biedt dat op korte termijn weinig verlichting.
Intussen blijft de druk op gezinnen toenemen en groeit de kloof tussen mensen die net rondkomen en mensen die financieel ademruimte hebben.
Conclusie
Het verhaal van Kim is een pijnlijk voorbeeld van hoe hardwerkende mensen vastlopen in een systeem dat eigenlijk zou moeten beschermen.
Ondanks een vaste baan in de zorg, ondanks het naleven van alle regels, blijft er aan het eind van de maand nauwelijks geld over.
Dat werpt een grotere vraag op: hoe kan het dat in een welvarend land als werkende ouders naar de Voedselbank moeten? En belangrijker nog: wie gaat hier echt iets aan doen?