Fatima is 33, woont in een buitenwijk en voedt in haar eentje twee jonge kinderen op. Haar dagen beginnen vroeg, eindigen laat en zitten vol met rennen, regelen en vooral: zorgen. Niet alleen voor haar kinderen, maar ook om het financiële plaatje.
Ze leeft van een uitkering en daar heeft ze regelmatig kritiek op gekregen. Maar het meest botst ze op onbegrip wanneer mensen haar vragen waarom ze niet “gewoon gaat werken”.
“Wat mensen niet begrijpen,” zegt ze, “is dat werken niet automatisch betekent dat je beter af bent. Voor 1200 euro per maand gaan werken? Dan lever ik er op in. En daar zit ik als alleenstaande moeder gewoon niet op te wachten.”
Fatima is open over haar situatie. Ze vertelt niet met trots dat ze in de bijstand zit, maar schaamt zich er ook niet voor.
“Dit is mijn realiteit. Ik heb er niet voor gekozen om in m’n eentje twee kinderen op te voeden. Dat is gewoon zo gelopen. En ik doe mijn best om alles draaiende te houden.”
Werk moet lonen – maar dat doet het niet altijd
Fatima heeft in het verleden wél gewerkt. Eerst in een winkel, later als administratief medewerker via een uitzendbureau. Maar toen haar relatie op de klippen liep en ze ineens alleen stond voor de zorg van haar kinderen, werd het praktisch onmogelijk om een baan vol te houden.
“De kinderopvang is duur. De opvang die de gemeente aanbiedt is beperkt. En dan heb je nog schooltijden, studiedagen, zieke kinderen…
Als ik parttime ga werken, moet ik zelf opvang regelen, reistijd incalculeren en dan houd ik netto soms minder over dan met een uitkering.”
Ze heeft het allemaal doorgerekend. “Er werd een keer een baan aangeboden via een traject van de gemeente: 24 uur per week, 10,75 per uur. Dan zou ik iets van 1050 euro netto verdienen. Maar mijn toeslagen gingen dan omlaag, mijn huurtoeslag en zorgtoeslag werden gekort. Kinderopvangtoeslag zou ik zelf moeten voorschieten.
Reken maar uit: aan het eind van de maand zou ik 80 euro mínder hebben dan nu. Plus stress, plus opvanggedoe, plus geen ruimte voor de kinderen als ze me nodig hebben.”
Oordelen vanaf de zijlijn
De meeste mensen die kritiek hebben, hebben volgens Fatima geen idee wat het inhoudt om als alleenstaande ouder rond te komen.
“Ze zien alleen: jij krijgt geld van de overheid en je doet niks terug. Maar ik sta elke dag op om m’n kinderen naar school te brengen, ik help ze met huiswerk, ik regel afspraken, ik ben er als ze ziek zijn. Dat is werk, alleen wordt het niet betaald.”
Ze noemt het frustrerend dat ze zich constant moet verantwoorden. “Ik voel me al genoeg bekeken als ik de kinderwagen duw in m’n joggingbroek. Alsof mensen denken: daar heb je er weer een. Maar ze zien niet wat ik allemaal doe, wat ik opoffer, wat ik probeer vol te houden.”
Geen luie moeder, maar een realistische vrouw
Fatima is geen slachtoffer. Ze spreekt rustig, met overtuiging en zonder zelfmedelijden. Ze is gewoon eerlijk. “Ik ben niet lui. Ik ben niet gemakzuchtig.
Maar ik ben wel realistisch. Als werken ervoor zorgt dat ik mínder geld heb en mínder tijd voor mijn kinderen, waarom zou ik dat dan doen? Omdat de samenleving vindt dat je pas meetelt als je een loonstrook hebt?”
Ze vervolgt: “Er wordt altijd geroepen: werk moet lonen. Maar in de praktijk loont het niet voor iedereen. Als je alleenstaand bent, jonge kinderen hebt en alleen parttime kan werken, dan is het systeem niet op jou ingericht. Dan is werken soms gewoon financieel dom.”
Wat dan wél?
Fatima wil heus wel iets bijdragen. Ze denkt aan vrijwilligerswerk op school, of misschien een paar uurtjes vanuit huis, zodra haar jongste kind wat ouder is.
“Maar het moet wel haalbaar zijn. En het moet me niet verder in de problemen brengen. De wereld kijkt alleen naar cijfers. Netto loon, uren gewerkt. Maar niemand kijkt naar wat er écht speelt bij iemand thuis.”
Ze is niet van plan zich schuldig te voelen over de keuzes die ze maakt. “Ik kies voor stabiliteit. Voor rust in huis. Voor mijn kinderen. Misschien denken anderen: je profiteert. Maar ik zie het als prioriteiten stellen. En die liggen nu bij m’n kinderen.”
Meer begrip, minder oordeel
Volgens Fatima is het tijd dat de maatschappij ophoudt met het standaard veroordelen van mensen in de bijstand. “Het is makkelijk om te zeggen: ga gewoon werken.
Maar als dat minder geld oplevert en meer chaos in huis brengt, wat heb je dan gewonnen? We moeten het gesprek durven voeren over waarom het systeem niet werkt voor mensen zoals ik.”
Ze ziet liever een overheid die investeert in passende trajecten, flexibele kinderopvang, en eerlijkere verrekeningen. “Zodat werken wél loont. Zodat ik niet hoef te kiezen tussen werk en mijn gezin. Want ik wíl best werken, echt. Maar dan moet het me niet straffen.”
Tot die tijd: rust en realiteit
Voor nu houdt Fatima het bij haar dagelijkse strijd: een veilig, liefdevol en stabiel thuis creëren voor haar kinderen. “Dat is mijn fulltimebaan. Onbetaald, onzichtbaar, maar o zo belangrijk.”
En mocht iemand haar nog eens vragen waarom ze geen 24-urige baan aanneemt voor 1200 euro per maand? Dan zegt ze het gewoon nog een keer, helder en zonder schaamte: “Omdat het me niet helpt. Omdat mijn kinderen mij nodig hebben. En omdat ik het recht heb om keuzes te maken die goed zijn voor óns.”