Ik herinner me nog goed dat ik als kind het opvallende litteken op de arm van mijn moeder zag. Hoog op haar schouder zat een ronde afdruk, bestaande uit kleine inkepingen rondom een diepere plek in de huid. Het trok meteen mijn aandacht.
Waarom dit mij als kind zo fascineerde, weet ik niet meer. Ik weet alleen dat het me opviel en dat ik het jarenlang niet meer bewust heb gezien. Misschien heb ik er ooit naar gevraagd en heeft mijn moeder het uitgelegd, maar als dat zo was, ben ik het vergeten.
Jaren later werd mijn interesse opnieuw gewekt toen ik een oudere vrouw uit de trein hielp. Op haar arm zag ik exact hetzelfde litteken als dat van mijn moeder. Ik had geen tijd om te vragen waar het vandaan kwam, maar besloot mijn moeder te bellen.
Ze vertelde me dat ze dit al vaker had uitgelegd, al had mijn geheugen dat blijkbaar niet bewaard. Het litteken was het gevolg van de pokkenvaccinatie die zij als kind had gekregen. Dit was een verplichte inenting, die bij veel mensen een blijvend litteken achterliet.
Pokken was ooit een gevreesde ziekte. Het was extreem besmettelijk en veroorzaakte ernstige huiduitslag en hoge koorts. In de 20e eeuw was de sterfte onder besmette mensen hoog: naar schatting overleed 30% van de patiënten. Anderen overleefden, maar hielden vaak littekens of andere blijvende schade over.
In de Verenigde Staten werd pokken in 1952 als uitgeroeid verklaard, en in 1972 werd de pokkenvaccinatie uit het vaccinatieprogramma geschrapt. Tot die tijd kregen alle kinderen standaard deze inenting, wat vaak een zichtbaar litteken achterliet. Vrijwel iedereen van die generatie draagt dat kenmerk op hun huid.
Het pokkenvaccin liet littekens achter vanwege de manier waarop het werd toegediend. In tegenstelling tot moderne vaccins, die met een enkele prik worden gezet, werd dit vaccin met een speciale naald gegeven. Deze had twee puntjes, waarmee meerdere kleine prikjes in de huid werden gemaakt.
Door deze techniek werd het vaccin diep genoeg ingebracht om effectief te zijn. Dit veroorzaakte kleine bultjes, die zich verder ontwikkelden tot blaasjes. Na verloop van tijd barstten deze open en vormden ze korstjes. Bij genezing bleef er een kenmerkend litteken achter.
Deze manier van vaccineren was effectief, maar zorgde ervoor dat bijna iedereen die ingeënt werd, een blijvend litteken overhield. In zekere zin was dit een soort ‘vaccinatiebewijs’: een zichtbaar teken dat iemand beschermd was tegen pokken. Veel mensen dragen dit bewijs nog steeds op hun bovenarm.
Hoewel de ziekte nu niet meer voorkomt, blijven de littekens een herinnering aan een tijd waarin pokken een grote bedreiging vormde. Mensen die het vaccin kregen, hoefden niet langer te vrezen voor deze dodelijke ziekte. Het litteken is een stille getuige van deze overwinning.
Soms hoor ik mensen praten over dat litteken, vooral bij oudere generaties. Ze dragen het zonder er veel bij stil te staan, omdat het voor hen vanzelfsprekend is. Maar voor mensen die na de jaren ‘70 zijn geboren, roept het soms vragen op.
Het fascinerende is dat iets kleins als een litteken een hele geschiedenis met zich meedraagt. Het vertelt een verhaal over een ziekte die de wereld teisterde en hoe vaccinatie miljoenen levens redde. Zelfs nu, tientallen jaren later, herinnert het ons eraan hoe belangrijk vaccinaties kunnen zijn.