De zomervakantie komt eraan en overal om je heen hoor je dezelfde gesprekken: “Waar gaan jullie dit jaar heen met de kinderen?”
Of: “Hebben jullie al iets geboekt voor het hele gezin?” De onderliggende verwachting is duidelijk — vakantie is met kinderen. Maar voor Adeline (32) voelt dat heel anders.
“Ik weet dat het gek klinkt,” begint ze, bijna verontschuldigend, “maar ik kijk eigenlijk vooral uit naar vakanties zónder mijn kinderen. Gewoon een paar dagen geen mama zijn. Geen luiers, geen gehuil, geen ruzies over wie als eerste op de schommel mag. Alleen maar rust. Ben ik dan een slechte ouder?”
Het is een vraag die Adeline zichzelf al vaker heeft gesteld. Samen met haar partner woont ze in een rijtjeshuis net buiten Utrecht.
Hun twee jonge kinderen van vijf en drie zijn lief, energiek en… vermoeiend. “Laat ik eerlijk zijn,” zegt ze met een schuin lachje, “kinderen zijn geweldig, maar ze vreten energie. En als je niet oplet, raak je jezelf gewoon helemaal kwijt.”
Dat moment kwam voor haar na de geboorte van haar tweede. De gebroken nachten, het constante zorgen, de eeuwige to-dolijst — het begon haar op te breken.
Ze werd sneller boos, had nergens meer echt zin in en voelde zich als een soort lege huls door het huis bewegen. “Op een dag stond ik op de badkamer, keek in de spiegel en dacht: wie ben jij eigenlijk nog?”
De ommekeer kwam onverwachts. Haar beste vriendin stelde voor om een lang weekend naar Lissabon te gaan. “Mijn eerste reactie was: onmogelijk. Hoe kan ik nou mijn gezin zomaar achterlaten? Wat zouden mensen wel niet denken?” Maar ergens voelde het idee zó goed, dat ze zich er langzaam aan overgaf. “Mijn man zei meteen: ‘Doen. Jij hebt dit nodig.’”
En dus ging ze. Met knikkende knieën stapte ze op het vliegtuig, haar hoofd vol schuldgevoelens. Maar die verdwenen als sneeuw voor de zon toen ze eenmaal aankwam. “De eerste ochtend daar werd ik wakker zonder wekker.
Geen kind dat me wakker maakte, geen boterhammen smeren, geen haast. Alleen stilte. En zon. Ik had tranen in mijn ogen van pure opluchting.”
Wat volgde was een weekend vol lachen, lange gesprekken, wijn op terrasjes en eindeloos dwalen door kleine straatjes. Geen moederstress, geen verantwoordelijkheden. “Voor het eerst in jaren voelde ik me weer vrij. En dat was geen vlucht — het was thuiskomen bij mezelf.”
Het klinkt misschien als een luxeprobleem. Maar Adeline is niet de enige die hiermee worstelt. Steeds meer jonge ouders durven te praten over het feit dat ze het ouderschap soms zwaar vinden. Dat ze ruimte nodig hebben. Tijd om op te laden. Maar er rust nog steeds een taboe op.
“Je krijgt meteen van die opmerkingen: ‘Maar je hebt toch zelf voor kinderen gekozen?’ Ja, natuurlijk heb ik daarvoor gekozen. Maar dat betekent toch niet dat ik geen behoefte meer mag hebben aan rust? Aan tijd voor mezelf?”
Wat het extra lastig maakt, is dat de maatschappij nog steeds verwacht dat moeders zich compleet wegcijferen. “Als een vader een weekendje weggaat, zegt niemand daar wat van.
Sterker nog: dan wordt hij een ‘moderne man’ genoemd als hij af en toe thuis blijft met de kinderen. Maar als een moeder er even tussenuit knijpt, wordt dat al snel gezien als egoïstisch.”
Adeline weet inmiddels beter. “Ik ben juist een betere moeder als ik af en toe ruimte voor mezelf neem. Als ik opgeladen ben, kan ik weer lachen, knuffelen, geduldig zijn. Mijn kinderen verdienen een moeder die ook gelukkig is, niet eentje die op haar tandvlees loopt.”
Inmiddels probeert ze één keer per jaar een korte trip in te plannen zonder haar gezin. Soms met een vriendin, soms alleen.
“Ik dacht altijd dat ik niet zonder mijn kinderen kon. Maar ik ben gaan beseffen dat het juist krachtig is om af en toe ‘nee’ te zeggen. Niet tegen mijn kinderen, maar tegen de verwachting dat ik altijd alles moet kunnen.”
En de kinderen? Die vinden het meestal prima. “Ze hebben een fantastische tijd met hun vader. Ze mogen dan net wat meer tv kijken, eten pannenkoeken als avondeten en bouwen tenten in de woonkamer.
Als ik thuiskom, springen ze in mijn armen en vertellen ze honderduit. We hebben elkaar gemist — en dat is mooi.”
Toch is het nog steeds geen populair onderwerp op het schoolplein. “Ik vertel er zelden openlijk over. Bang voor de blikken, voor de vragen. Maar ik zou willen dat we daar eerlijker over kunnen zijn. Over hoe zwaar het soms is. En over hoe normaal het is om als ouder óók een mens te blijven, met eigen behoeftes.”
Kinderpsychologen beamen dat. Tijd voor jezelf nemen is geen teken van zwakte, maar van gezonde zelfzorg. Kinderen hebben ouders nodig die emotioneel beschikbaar zijn — en dat lukt alleen als je ook goed voor jezelf zorgt.
En dat mag best betekenen dat je af en toe even alleen op een strandbedje ligt met een cocktail in je hand, in plaats van op een handdoek vol zand met een kind op je schoot.
“Als je alles geeft, is er op een gegeven moment niks meer over,” zegt Adeline zacht. “Dus nee, ik ben geen slechte moeder. Ik ben een moeder die geleerd heeft waar haar grens ligt. En die zichzelf serieus neemt. Dat is misschien wel het mooiste voorbeeld dat ik mijn kinderen kan geven.”