Sander zit aan de keukentafel, met een kop koffie die inmiddels koud is geworden. Zijn hoofd bonkt van de slapeloze nachten en de eindeloze discussie die hij al wekenlang voert met zijn vrouw.
Het gaat niet over voedingen, slaapritme of wie welke luiers moet halen. Nee, het gaat over de naam van hun aanstaande kindje.
“Ze wil iets unieks,” zegt hij, bijna wanhopig. “Iets wat niemand anders heeft. Maar wat ze in haar hoofd heeft… niemand weet hoe je het moet uitspreken, laat staan schrijven.”
Zijn vrouw, Eliza, is zwanger van hun eerste kind. De baby komt over een paar weken, en de spanning stijgt – niet alleen over de bevalling, maar vooral over dat ene woord dat straks op het geboortekaartje moet staan. Voor Eliza is het duidelijk: ze wil een naam die opvalt. Voor Sander is het inmiddels een klein drama.
“Ze kwam op een avond aan met een lijstje van namen die ik nog nooit van m’n leven had gehoord. Dingen als ‘Xaélith’ en ‘Jynnoa’. En ik dacht serieus dat ze een grap maakte. Maar ze meende het.”
Naamstress in de laatste weken
Het hele huis staat al in teken van de baby. De babykamer is geschilderd, de commode staat klaar en de maxi-cosi staat al weken in de gang, want “je weet maar nooit wanneer het begint”. Maar op de naam zijn ze nog steeds niet uitgekomen.
“Het is niet dat ik moeilijk wil doen,” zegt Sander. “Maar ik vind het belangrijk dat ons kind een naam krijgt die uit te spreken is. Iets wat mensen kunnen onthouden, iets wat niet op elke eerste schooldag verkeerd uitgesproken wordt.”
Hij vertelt dat hij al heeft geprobeerd een middenweg te vinden. Namen voorgesteld als Nora, Luca of Finn – “gewoon mooie, toegankelijke namen, die je wél uit kunt spreken.” Maar Eliza wuift ze weg. “Te standaard,” zegt ze dan. “Ik wil dat onze dochter uniek is, en dat begint met haar naam.”
Reünies, sollicitaties en schoolpleinmomenten
Wat Sander vooral bezighoudt, is hoe het kind zich later gaat voelen met een naam die niemand begrijpt. “Kijk, ik snap het ergens wel hoor. We leven in een tijd waarin iedereen graag origineel wil zijn. Maar een naam draag je je hele leven mee. Dat gaat verder dan een schattig geboortekaartje op Instagram.”
Hij haalt zijn schouders op. “Ik zie het al voor me: schoolpleinen waar de juf vijf keer haar naam moet vragen. Sollicitatiebrieven waar mensen denken: hoe spreek je dit in hemelsnaam uit?
En dan die jaarlijkse ellende op verjaardagen met taart en slingers waarop haar naam fout gespeld is.”
Volgens Sander komt het voor een groot deel ook door social media. “Je ziet influencers met kinderen die namen hebben als Nyx, Aevi of Zélyn. Supermooi op papier, maar niemand weet hoe je het moet zeggen. En mijn vrouw raakt daar helemaal door geïnspireerd.”
Van betekenis tot klank: niets is goed genoeg
Eliza is diep in de betekenissen gedoken. Ze leest zich in over oude Griekse namen, mythologische figuren en zelfs namen uit fantasyboeken.
Alles moet een betekenis hebben, een verhaal. “Ze zei laatst: ‘Als we haar Xaélith noemen, betekent het lichtstrijder in een oude taal’. Ik vroeg: welke taal dan? Ze had geen idee, maar het klonk gewoon ‘krachtig en vrouwelijk’.”
Sander zucht. “Ik snap haar kant ergens ook wel. Ze wil dat onze dochter bijzonder is. En dat ís ze ook, natuurlijk. Maar een naam moet ook werken in het dagelijks leven. Dat is wat ik probeer duidelijk te maken.”
Vrienden en familie zijn ook verdeeld
Tijdens een etentje met vrienden kwam de discussie ter sprake. Toen Eliza één van de unieke namen op tafel gooide, viel het stil. “Je zag mensen een slok wijn nemen en hun gezicht in de plooi proberen te houden,” vertelt Sander lachend.
“Eentje vroeg: ‘Hoe spreek je dat eigenlijk uit?’ En Eliza legde het geduldig uit. Maar ik zag het al – niemand durfde eerlijk te zeggen wat ze dachten.”
Ook binnen de familie begint het onderwerp gevoelig te worden. Sander’s moeder heeft hem al apart genomen. “Ze zei: ‘Sander, ik weet dat het jullie keuze is, maar als ik straks oma ben, wil ik haar naam tenminste kunnen uitspreken.’ Tja, wat moet je dan?”
Tijd dringt, stress neemt toe
Met de uitgerekende datum in zicht wordt de druk steeds groter. Ze hebben afgesproken dat de naam pas definitief wordt bij de geboorte, zodat ze het kindje eerst kunnen aankijken.
“Maar stiekem hoop ik gewoon dat ze inziet dat het kind ook recht heeft op een naam die haar niet tegenwerkt.”
Toch wil Sander ook niet overkomen als de starre vader die zijn vrouw niet laat kiezen. “Ze draagt haar, ze voelt haar bewegen, ze is al maanden bezig met die band.
Ik snap dat die naam voor haar iets groots betekent. Maar ik hoop dat ze straks ook begrijpt dat ik het beste voor heb met ons meisje. En dat een naam die je kunt uitspreken, óók waardevol kan zijn.”
En de naam? Nog even geheim
Of ze eruit gaan komen voor de geboorte, weet hij nog niet. Maar één ding weet Sander zeker: “Als we haar straks in onze armen hebben, wordt alles anders.
Misschien kijken we haar aan en denken we: dit ís gewoon een Julia. Of misschien verrast ze me en zeg ik zelf: ja, dit is Xaélith.”
Hij glimlacht, voor het eerst in het gesprek ontspannen. “Zolang ze maar gelukkig is. En als ik dan later haar naam drie keer moet spellen aan de dokter of de juf, dan neem ik dat maar voor lief.”