Wat ooit een uitzondering was, lijkt nu bijna de norm: honden in restaurants. Je ziet ze onder tafels liggen, kwispelend bij de ingang of zelfs op schoot bij het baasje terwijl het eten wordt opgediend. Voor veel mensen is het een charmant en gezellig gezicht.
Maar lang niet iedereen denkt daar zo over. Delany (34) bijvoorbeeld, heeft er weinig sympathie voor. Ze noemt het onhygiënisch, onbeschoft en ronduit asociaal.
“Ik snap dat mensen van hun hond houden, echt waar,” zegt ze. “Maar dat wil niet zeggen dat je hem overal mee naartoe moet slepen. Er zijn grenzen. En een restaurant is er daar één van.”
Een avondje uit liep anders dan gehoopt
Delany vertelt over een recent etentje in een populair restaurant in Utrecht, waar haar ergernis begon. Ze had er speciaal voor gereserveerd, het was een avondje uit met haar partner na een drukke werkweek.
Alles leek goed geregeld. Totdat het stel aan het tafeltje naast hen arriveerde — met een flinke hond aan een leren riem.
“Het beest liep gelijk door het restaurant alsof het zijn tweede woonkamer was. Snuffelde aan stoelen, aan jassen, aan mensen. En iedereen zat er een beetje ongemakkelijk naar te kijken, maar niemand zei wat. Het personeel niet, de gasten niet. Alsof het de normaalste zaak van de wereld is.”
Volgens Delany sloeg de sfeer meteen om. Waar ze zich net nog verheugde op een ontspannen diner, zat ze nu constant op haar hoede.
“Ik zat alleen nog maar te denken: als hij maar niet tegen m’n jas plast, of iets van m’n bord probeert te pakken. En dat terwijl ik 20 euro betaal voor een hoofdgerecht. Dan wil je toch gewoon ongestoord eten?”
“Alsof mijn ervaring er niet toe doet”
Wat haar vooral frustreerde, is dat niemand zich af leek te vragen hoe andere gasten zich voelden. “Er wordt zo vaak gepraat over rekening houden met elkaar, maar dat geldt blijkbaar niet als je een hond hebt. Dan mag alles. En als je er wat van zegt, ben jij de zeikerd.”
Delany kreeg naar eigen zeggen bijna het gevoel dat zíj zich moest aanpassen. “Iedereen aaide het dier, lachte vriendelijk naar het baasje, en ik dacht alleen maar: waarom doen we alsof dit oké is? Wat als iemand hier allergisch is? Of bang voor honden?”
Ze merkt op dat het vaak wordt afgedaan als ‘gezellig’ of ‘schattig’, maar dat veel mensen zich er stiekem aan storen.
“Ik ben echt niet de enige. Maar het voelt alsof je dat niet mag zeggen, want dan ben je ‘tegen dieren’. Terwijl het daar helemaal niet om gaat. Het gaat erom dat ik, als betalende gast, gewoon wil kunnen eten zonder hondengeur of gekwispel naast me.”
Hygiëne? Niemand lijkt het belangrijk te vinden
Volgens Delany is het niet alleen een kwestie van smaak, maar vooral van hygiëne. “Een hond is geen accessoire. Die likt aan van alles, schudt zich uit, verliest haren. En ondertussen zitten wij daar met ons eten. Dat kan toch niet?”
Ze zag het met eigen ogen gebeuren. “Die hond begon aan een tafel te likken. Een kwartier later zaten daar nieuwe gasten, zonder dat iemand de tafel even afnam. Ik voelde plaatsvervangende walging.”
Ze vraagt zich af waar de grens ligt. “We hebben allemaal van die hygiëneregels voor restaurants. Over handschoenen, voedselveiligheid, schoonmaak… maar blijkbaar telt dat allemaal niet zodra iemand zijn hond meeneemt.”
“Iedereen vindt zijn eigen hond fantastisch – maar dat zegt niets”
Een ander punt van irritatie voor Delany is de houding van veel hondeneigenaren. “Iedereen denkt dat z’n hond de braafste is, de schoonste, de stilste. Maar dat vinden ze allemaal. En ondertussen zit ik met een likkende tong naast mijn stoel.”
Ze vindt het opvallend hoe weinig er rekening wordt gehouden met andere gasten. “Alsof jouw beest belangrijker is dan de rust van een heel restaurant. Ik heb zelf jarenlang een kat gehad. Fantastisch dier, maar ik zou niet eens op het idee komen om hem mee te nemen naar een lunchroom. Waarom zou ik? Het is niet zijn plek.”
Volgens haar hebben sommige mensen hun hond inmiddels zo ver boven de rest van de samenleving geplaatst, dat er geen ruimte meer is voor een ander geluid. “Alles moet maar kunnen, want ‘het is mijn hond en hij hoort bij het gezin’. Ja, dat snap ik. Maar dit is een restaurant, geen familie-uitje in de woonkamer.”
Van uitzondering naar trend
Wat Delany extra dwarszit, is dat het geen zeldzaam incident meer is. “Je ziet het overal. Koffietenten met bakjes water bij de ingang, restaurants die adverteren als ‘hondvriendelijk’, en zelfs terrassen waar honden op de stoel mogen. Wat is er mis met even een uurtje zonder dier?”
Ze merkt dat het voor haar inmiddels zelfs een afweging is geworden bij het kiezen van een horecazaak. “Als ik een hond zie op de foto’s van een restaurant, haak ik af. Ik wil gewoon rustig kunnen eten. Zonder haren, zonder geblaf, zonder afleiding.”
En ze is daarin niet alleen. “Steeds meer vrienden van me zeggen hetzelfde. Maar niemand durft er echt iets van te zeggen. Het is alsof de horeca bang is voor negatieve reacties van hondeneigenaren. Terwijl er genoeg mensen zijn die het juist waarderen als een restaurant aangeeft géén honden binnen te laten.”
Delany wil dat het bespreekbaar wordt
Ze hoopt dat de discussie hierover opener gevoerd gaat worden. “Het is tijd dat we ook eens kijken naar de andere kant. De mensen die níet met honden willen dineren. Die het niet prettig vinden, die allergisch zijn, of gewoon rust willen.”
Volgens haar hoeft dat helemaal niet te betekenen dat honden nergens meer welkom zijn. “Terras? Prima. Hondencafé? Super. Maar een restaurant, waar mensen betalen voor sfeer, eten en rust, moet geen speelterrein worden voor huisdieren. Dat is gewoon respectloos.”
Voor Delany is de maat in elk geval vol. “Tot iemand het hardop zegt, blijven we doen alsof het normaal is. Maar ik zeg het nu wel: je hond meenemen naar een restaurant is asociaal. En dat mag best gezegd worden.”