Het overdragen van een woning is vaak een delicate aangelegenheid die niet altijd zonder problemen verloopt. Huurders willen doorgaans zonder extra kosten vertrekken, terwijl verhuurders hopen dat de woning in een staat verkeert die directe wederverhuur mogelijk maakt. Het bewonen van een woning en het uiteindelijke vertrek laten echter onvermijdelijk sporen na op muren, vloeren en deurposten. Hoewel sommige gebreken door verhuurders bij de oplevering kunnen worden aangekaart, zijn er bepaalde zaken die zij moeten accepteren.
Hieronder volgen zes punten waarmee verhuurders bij het vertrek van een huurder rekening moeten houden:
1. Het schilderen van muren
Een veelvoorkomend geschilpunt tussen verhuurders en huurders bij de oplevering betreft de kleur van de muren. In het verleden was het gebruikelijk dat huurders bij vertrek zorgden voor witte muren. Tegenwoordig maken diverse clausules in huurcontracten die de verplichting tot renovatie opleggen, deze verplichting vaak ongeldig. Dit geldt bijvoorbeeld voor rigide termijnen, het voorschrijven van een specifieke muurverf of de algemene verplichting tot renovatie zonder rekening te houden met de daadwerkelijke staat van de woning. Als renovatie echter noodzakelijk is of rechtsgeldig in het huurcontract is vastgelegd, moet de verhuurder accepteren dat de huurder zelf schildert, zelfs als het resultaat niet professioneel oogt.
2. Sporen van gebruik
Normale slijtage en gebruikssporen zijn onvermijdelijk tijdens het bewonen van een woning. Dit omvat lichte krassen op vloeren, kleine gaatjes in muren van opgehangen schilderijen of lichte verkleuringen door zonlicht. Dergelijke sporen vallen onder het normale gebruik en kunnen niet als schade worden beschouwd waarvoor de huurder aansprakelijk is. Verhuurders moeten deze tekenen van bewoning accepteren en kunnen niet eisen dat de huurder deze op eigen kosten herstelt.
3. Veranderingen met toestemming
Als een huurder tijdens de huurperiode wijzigingen aanbrengt met toestemming van de verhuurder, zoals het installeren van planken, het schilderen van muren in een andere kleur of het aanbrengen van behang, kan de verhuurder bij het vertrek van de huurder niet eisen dat de woning in de oorspronkelijke staat wordt hersteld. De gegeven toestemming impliceert dat de verhuurder akkoord ging met de veranderingen, en het zou onredelijk zijn om de huurder te verplichten deze ongedaan te maken.
4. Veroudering van installaties
Apparaten en installaties in een woning hebben een beperkte levensduur. Als een apparaat, zoals een boiler of een fornuis, na jaren van normaal gebruik defect raakt of tekenen van slijtage vertoont, kan de huurder hier niet verantwoordelijk voor worden gehouden. Dit soort slijtage valt onder de verantwoordelijkheid van de verhuurder, die zorg moet dragen voor het onderhoud en de vervanging van verouderde apparatuur.
5. Kleine beschadigingen
Kleine beschadigingen, zoals een enkel gebroken tegeltje, een kras op een deur of een vlek op het tapijt, kunnen optreden ondanks zorgvuldig gebruik van de woning. Zolang deze beschadigingen binnen het kader van normaal gebruik vallen en niet het gevolg zijn van nalatigheid of opzettelijke schade, moet de verhuurder deze accepteren. Het is onredelijk om van de huurder te verlangen dat hij voor elke kleine beschadiging opdraait, vooral als deze het gevolg zijn van normale slijtage.
6. Aanwezige meubels of apparatuur
Als de huurder bij het betrekken van de woning bepaalde meubels of apparatuur heeft overgenomen van de vorige huurder of deze zelf heeft aangeschaft en deze achterlaat bij vertrek, kan de verhuurder niet zonder meer eisen dat deze worden verwijderd. Tenzij er specifieke afspraken zijn gemaakt over het verwijderen van dergelijke items, moet de verhuurder accepteren dat deze in de woning blijven. Het is raadzaam om bij het aangaan van de huurovereenkomst duidelijke afspraken te maken over wat er bij het einde van de huurperiode met achtergelaten spullen moet gebeuren om misverstanden te voorkomen.
Het is essentieel voor zowel huurders als verhuurders om zich bewust te zijn van hun rechten en plichten bij de oplevering van een woning. Heldere communicatie en duidelijke afspraken kunnen veel conflicten voorkomen. Verhuurders dienen te erkennen dat een bewoonde woning onvermijdelijk gebruikssporen zal vertonen en dat niet alle veranderingen of beschadigingen op kosten van de huurder hersteld hoeven te worden. Aan de andere kant moeten huurders de woning met zorg behandelen en zich houden aan de overeengekomen voorwaarden om een soepele overdracht te waarborgen.